‘Zwemmen moet geen elitesport worden’: Ermelose sportartikelen uit de oude doos

Waterpolo is een intensieve sport.
Waterpolo is een intensieve sport.
Foto: Archief

In de 61e aflevering van de ‘sportartikelen uit de oude doos’ een artikel in 3 delen over zwemvereniging ‘Zon en Water’ van donderdag 4 augustus 1994. In de serie zomerinterviews komen de voorzitter van ZEW, Jan Zweers en de trainer van het eerste waterpoloteam, Jos Rietveld aan het woord. Vandaag deel 3. Klik HIER voor deel 1 en HIER voor deel 2.

Door Bram Burggraaff.

Eerst goed leren zwemmen
Jos Rietveld: “Bij sommige verenigingen beginnen kinderen vanaf 8 jaar met waterpolo. Wij doen dat niet; kinderen moeten eerst goed leren zwemmen. Ze hebben wel een A- en B-diploma, maar dat betekent nog niet dat ze kunnen waterpoloën. Je moet de zwemslagen goed onder de knie hebben. Je kunt beter beginnen, als de kinderen een jaar of twaalf zijn. Ze zijn dan wat groter en fysiek sterker voor deze sport en kunnen ook de trainingen aan. Ons pupillenteam speelt geen competitie, maar er worden wel oefenwedstrijden georganiseerd tegen omliggende verenigingen.’’

Grote legertent
Jan Zweers: “De kunstzwemafdeling wordt regelmatig uitgenodigd om demonstraties te geven bij andere verenigingen. Wat erg goed aanslaat is een gezamenlijk zwemkamp voor de jeugd van 8 tot en met 14 jaar van alle drie de afdelingen. Dat kamp wordt georganiseerd door de KNZB als een soort afsluiting van het seizoen. Het wordt gehouden in Leersum in juni. De deelnemers worden het hele weekend bezig gehouden met de diverse vormen van de zwemsport en daarnaast andere activiteiten, zoals een dropping. Daar gaan meestal wel zo’n 50 leden van ZEW naar toe. Ze slapen dan in een grote legertent. Aan het eind van dat weekend komen de kinderen compleet uitgeteld weer thuis.’’

Gemene sport?
Jos Rietveld: “Waterpolo heeft ten onrechte de naam een gemene sport te zijn. Het is een sport waarbij alle spiergroepen gebruikt worden. Het is een hele gezonde sport en heel goed voor de conditie. Het is wel een harde sport, maar dat is een kwestie van geven en nemen. Het gaat er wel fair aan toe en na afloop wordt er ook met de tegenstanders gezellig wat gedronken. De sport is nauwelijks blessuregevoelig. De enige nog wel eens voorkomende blessures zijn die aan het gezicht, doordat je er een elleboog of een bal tegenaan krijgt. Voor een deel worden deze blessures voorkomen door oorkleppen en caps met een rubberen stootrand.

Bekijk onze bedrijfsfilm

Nooit verbieden
Volgens Jan Zweers mag vrijwel iedereen zwemmen. Zelfs mensen die door wat voor reden dan ook nauwelijks kunnen lopen, is zwemmen een hele goede sport. Een dokter zal zwemmen vrijwel nooit verbieden. Vooral voor ouderen is dat een belangrijk argument. Ook wedstrijdzwemmen is goed voor het lichaam, dat kun je wel zien aan het figuur van de meeste zwemmers. Kunstzwemmen lijkt een hele elegante sport, maar is fysiek net zo zwaar als waterpolo. Het is echt heel erg intensief; het is eigenlijk ballet in het water.’’

36 figuren
Jan Zweers: “Na het A- en B-diploma worden de kinderen vanaf een jaar of acht ingedeeld bij de recreantenzwemmers. Daar worden de zwemslagen aangeleerd. Later wordt gekeken wie overgaat naar de zwemselectie. Anderen vinden waterpolo leuker en gaan na een aantal jaren naar die afdeling. Kunstzwemmen is zo specifiek, dat kunstzwemmers gelijk in hun eigen afdeling worden opgevangen, waar ze in categorie 0 beginnen. De trainingen zijn al helemaal gericht op het kunstzwemmen. Men moet per categorie 36 figuren onder de knie hebben.”

Zuigkracht
Volgens ZEW-voorzitter Jan Zweers zijn talenten binnen de kleinere verenigingen snel weg. “Met name de zuigkracht van AZ & PC uit Amersfoort is groot. Daar hebben ze de mogelijkheid om vijf keer per week te trainen. Als iemand meer wil bereiken dan op ons regionale niveau mogelijk is, moet je dat als vereniging juist stimuleren. Bij de kunstzwemafdeling is Tecla Oliedam geselecteerd voor de landelijke training op Papendal.’’ Jos Rietveld: ,,Spelers als Mark van Leeuwen en Robert Jan van Bennekom zouden op een hoger niveau ook goed kunnen meekomen. Gelukkig voor ZEW willen zij niet weg.’’

Elitesport?
De kosten van het zwemmen zijn afhankelijk van het aantal trainingsuren en variëren van tussen de 45 en 75 euro per kwartaal. ZEW is voor wat betreft de kosten voor de zwemsport in gesprek met de gemeente. Jan Zweers: “We zijn met de gemeente bezig de subsidieregeling veranderd te krijgen. De accommodatieprijzen worden steeds hoger, waardoor de zwemsport onbetaalbaar dreigt te worden. Zwemmen moet geen elitesport worden, want dan ben je met je eigen ondergang bezig. Je kunt bij zwemmen maar met weinig mensen tegelijk trainen, waardoor de kosten per persoon erg hoog zijn. Bovendien hebben wij geen inkomsten uit een kantine of van reclameborden. We hebben een brief naar de gemeente gestuurd om verlaging van badhuur aan te vragen voor ZEW. We kunnen niet oneindig doorgaan met het verhogen van de contributies.’’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen