Zwemmen is een doe-sport: Ermelose sportartikelen uit de oude doos

Waterpolo is een intensieve sport.
Waterpolo is een intensieve sport.
Foto: Archief

In de 61e aflevering van de ‘sportartikelen uit de oude doos’ een artikel in 3 delen over zwemvereniging ‘Zon en Water’ van donderdag 4 augustus 1994. In de serie zomerinterviews komen de voorzitter van ZEW, Jan Zweers en de trainer van het eerste waterpoloteam, Jos Rietveld aan het woord. Vandaag deel 2. Klik HIER voor deel 1.

Door Bram Burggraaff.

Redelijk hoog niveau
Het eerste waterpoloteam van ‘Zon en Water’ speelt op een redelijk hoog niveau, wat volgens Jos Rietveld komt, omdat men al heel lang samenspeelt. “Ze krijgen meer ervaring en leren iedere keer weer wat bij. De ploeg speelt al een aantal jaren samen en is toch nog vrij jong met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar, dus kan nog heel wat jaren bij elkaar blijven. De thuiswedstrijden worden op zaterdagmiddag na sluitingstijd van het zwembad gespeeld om 17.00 uur. Dat is op zich wel plezierig. Soms spelen we een uitwedstrijd vroeg in de middag, wat voor sommige spelers bezwaarlijk kan zijn.’’

Trainingen
Wat betreft de trainingstijden zijn de waterpoloërs iets ruimer bedeeld. Jos Rietveld: “Er zijn aparte trainingsuren voor de aspiranten, de dames en de heren. De aspiranten trainen twee keer drie kwartier, de dames twee keer een uur en de heren twee keer anderhalf uur. Bovendien zijn de uren wat gunstiger geworden. De beheerder van Calluna, dhr. Piet de Zwarte is een hele goede waterpoloër geweest, die er begrip voor heeft dat de trainingsuren tussen 6 en 7 voor de waterpoloërs niet mogelijk zijn. Daarom kunnen we nu op dinsdagavond tussen 7 en 9 trainen. Dan is het wedstrijdbad voor het publiek gesloten.’’

De Fietshalte in Ermelo zoekt een commerciële fietstechnicus

Toekomst
Dhr. Zweers: “Bij het wedstrijdzwemmen zie je aan het eind van het seizoen vaak mensen vertrekken, omdat ze gaan studeren. Dat valt dit seizoen trouwens wel mee. We hopen in september er weer een aantal nieuwe leden bij te krijgen. Kunstzwemmen is een ander verhaal. De groep bestaat uit 35 leden. Daar kunnen we er eigenlijk niet meer zo gek veel bij hebben, omdat we geen trainingstijd meer beschikbaar hebben. Deze sport is ingedeeld in zes categorieën en iedere categorie heeft eigenlijk zijn eigen trainer nodig. We hebben echter slechts twee trainingsuren. Daarbij komt, dat het trainingsuur op zaterdagmorgen erg vroeg is, waar niet iedereen blij mee is. We hebben een hele enthousiaste trainster, Toos van der Tuuk, die naast de trainingen ook voor de muziek en de kleding zorgt. Dat is bijna een dagtaak. Het was dan ook terecht, dat zij tijdens Ermelo Sportlive tot ‘vrijwilligster van het jaar’ werd uitgeroepen. Ook bij het waterpolo blijft vrijwel iedereen. We hebben zelfs nog plannen gehad om twee damesteams in te schrijven, maar een aantal van 22 leden is daarvoor net te krap. Maar om de dames, die niet in het damesteam komen toch wat voor te bereiden, gaan we een combinatie vormen met Triton uit Putten, waar men hetzelfde probleem heeft. We verwachten met het eerste damesteam vrij hoog te eindigen.’’

Overgang
Volgens Jos Rietveld is de overgang van de aspiranten naar de senioren voor veel spelers groot. “Het seizoen volgend op het jaar dat een speler 16 jaar wordt, gaat men over naar de senioren. Er is wel een soort tussenklasse van 16 tot 18 jaar. Je moet dan minimaal negen spelers in je vereniging hebben, die binnen die leeftijd vallen om een dergelijk team te kunnen vormen. Omdat wij zo’n team hebben, is de stap voor de aspiranten rechtstreeks naar de senioren groot. Sommigen kunnen het wel aan, maar de meesten hebben toch problemen met de aanpassing, zowel bij de trainingen als bij de wedstrijden. Die spelers komen vaak in het heren 2 team en als ze dan spelen tegen een team met nogal wat ouderen die alle truukjes kennen, dan moet je daar wel tegen kunnen. Bovendien fluit er op dat niveau vaak een beginnende scheidsrechter die het ook nog in zijn eentje moet doen. Dit in tegenstelling tot de eerste klasse, waar twee scheidsrechters fluiten.’’

Publiek
Zwemmen is in de eerste plaats een doe-sport en niet zozeer een kijk-sport. Jan Zweers: “Bij het zwemmen, ook op hoger niveau, is weinig publieke belangstelling. Het zijn steeds korte wedstrijden van enkele minuten, terwijl de hele wedstrijd wel vier uur kan duren. Het is niet echt spectaculair om naar de kijken. Waterpolo heeft meer het wedstrijdelement, maar ook bij deze sport bestaat het publiek meestal alleen uit familie, vrienden en vriendinnen. Door het showelement is kunstzwemmen wel aantrekkelijk voor publiek. We hebben begin juli een demonstratie gehad van de afdeling kunstzwemmen. Vanwege het WK-voetbal en het hete weer viel de belangstelling wat tegen. Toch waren er nog 50 toeschouwers, waaronder veel ouders. Bij het zwemmen voor het A- en B-diploma in Calluna, verzorgen wij meestal een demonstratie door één van de afdelingen als promotie voor de vereniging. Dan zijn er wel meer dan 150 toeschouwers in het zwembad, die zo’n demonstratie zeker waarderen.’’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen