In de 61e aflevering van de ‘Ermelose sportartikelen uit de oude doos’ een artikel in 3 delen over zwemvereniging ‘Zon en Water’ van donderdag 4 augustus 1994. In de serie zomerinterviews komen de voorzitter van ZEW, Jan Zweers en de trainer van het eerste waterpoloteam, Jos Rietveld aan het woord. Vandaag deel 1.
Door Bram Burggraaff.
Voorzitter Jan Zweers begint met een stukje geschiedenis van de vereniging; “ZEW bestaat nu ruim 40 jaar. Het is begonnen in het Bosbad. Het was toen een hele grote vereniging. In de toptijd hadden we 500 leden. ’s Zomers werd er gezwommen en ’s winters werd er wat aan korfbal en volleybal gedaan. Waterpolo was de belangrijkste activiteit van ZEW. We hebben eigenlijk vorig jaar het 40-jarig jubileum stilletjes voorbij laten gaan. We zitten behoorlijk krap bij kas en om dan een groot feest te gaan geven, dat komt toch wat slordig over.’’
Recreatiebad
Door de komst van het recreatiegedeelte in zwembad Calluna heeft ZEW met een aantal problemen te maken gekregen. “We hebben als vereniging toch wel wat last van het recreatiebad. Trainingstijden die allemaal verzet zijn naar vaak ongelukkige tijden tussen 17.00 en 19.00 uur en wedstrijden die je eigenlijk niet kunt houden. Kunstzwemwedstrijden kunnen een hele dag duren, dat is dus niet meer mogelijk. Dat soort zaken weerhoudt toch een aantal mensen om lid te worden. We hebben momenteel 210 leden: 80 waterpoloërs, 60 wedstrijdzwemmers, 35 kunstzwemmers en de rest trimmers. In de trimafdeling zit weer een beetje groei, terwijl we twee jaar geleden overwogen daarmee te stoppen bij gebrek aan belangstelling.’’
Verschillende afdelingen
ZEW heeft een aantal zeer verschillende afdelingen. Zweers: “We hebben een overkoepelend bestuur met daarin een vertegenwoordiger van iedere commissie. Het contact tussen de verschillende afdelingen is vrij gering. Kunstzwemmers hebben weinig affiniteit met waterpoloërs, bovendien hebben alle afdelingen hun eigen trainingstijden en wedstrijden.’’
Jos Rietveld, de trainer van het eerste waterpoloteam van ZEW vertelt iets over de waterpolo-afdeling: “We hebben twee herenteams, één damesteam en twee aspirantenteams. Alle teams komen uit in competitieverband. Ik coach het eerste team en train beide herenteams. Je kunt niet beide teams coachen, want ze spelen vaak tegelijkertijd. Mijn eerste seizoen heb ik geprobeerd het damesteam erbij te doen, maar het was haast niet te combineren. De andere teams hebben nu eigen trainers.’’
Competities
Voor een kleine vereniging speelt het eerste herenteam van ZEW op een redelijk niveau. Rietveld: “We spelen in de hoogste afdeling van Gelderland. Twee seizoenen geleden zijn we daar naartoe gepromoveerd. Het afgelopen seizoen eindigden we in de middenmoot. Er zitten tien teams in een competitie, zodat we in een seizoen negen thuis- en negen uitwedstrijden spelen. We komen meestal om het weekend in actie. Wij spelen in de A-poule. Onder ons zit nog een B-poule en daaronder zit de kring met ook nog drie klassen. Boven ons zit de landelijke bondscompetitie met vier klassen. Als we zouden promoveren, komen we in de landelijke derde klasse. Het zou voor de jongens best leuk zijn, om eens in de bond te spelen. Daar is het waterpolo heel anders dan wat we nu doen. Het is technisch en tactisch beter, de nadruk ligt minder op het fysieke aspect. Het nadeel van landelijk spelen is, dat je heel vaak lange reistijden hebt. Je loopt de kans dat je helemaal naar Groningen of Maastricht moet reizen. Wat dat betreft spelen we toch maar liever een klasse lager. Als team zouden we het denk ik wel aankunnen, dat is wel gebleken in oefenwedstrijden tegen bondsploegen.’’
Waterpolo
Negen spelers per team vind Jos Rietveld minimaal. “Er zijn weliswaar ‘maar’ zeven spelers in het water. Spelers mogen na 3 x 20 seconden uitgesloten te zijn door de scheidsrechter niet meer meedoen, maar ze mogen wel vervangen worden. Als dat twee keer in een wedstrijd gebeurt, heb je al je negen spelers nodig en zijn er geen wisselspelers meer. Eigenlijk is een aantal van elf spelers ideaal en bij de dames dertien speelsters. Een wedstrijd duurt 4 x 5 minuten netto speeltijd. Dat moet je ongeveer verdubbelen. Een wedstrijd duurt gemiddeld tussen de 40 en 45 minuten. Bij waterpolo ben je contant in bewegen, daarom is het fysiek een hele, zware sport.’’
