Hoe een gewone vent Dindoa Ermelo wil laten presteren

Foto: archief Louis Godschalk

In de 117e aflevering van de Ermelose sportartikelen uit de oude doos een interview in twee delen met Dindoa-trainer Frans Aartsen van donderdag 6 augustus 1998. Vandaag deel 1.

Door Bram Burggraaff, op de archiefffoto van Louis Godschalk staat het het eerste team van Dindoa met achter v.l.n.r. Frans Aartsen, Saskia van Marle, Judith Sikkema, Leanne van Vuure en Anke Hamstra. Voor v.l.n.r. Hans Duifhuizen, Martijn Mallie, Hans Olofsen en Dennis Bouthoorn 

Houd het simpel
“Ik zeg altijd, houd het simpel, maak het jezelf en je medespelers niet onnodig moeilijk. Ik weet echter ook dat dat niet gemakkelijk is. Het simpele goed doen, is nu éénmaal gigantisch moeilijk.’’ Aan het woord is Frans Aartsen die sinds vorig jaar bij korfbalvereniging Dindoa de technische scepter zwaait. Een korfballer in hart en nieren die als speler bij het Nijkerkse Sparta een aantal jaren op Hoofdklasse-niveau heeft gespeeld en dus zelf ervaren heeft, wat het betekent om op hoog niveau te presteren.

Weten waar je het voor doet
“Je investeert in jezelf en dat kost energie. Twee avonden in de week intensief trainen en zaterdag een wedstrijd spelen soms ver van huis, dus lange reizen. Als je dan echter een duel op het scherpst van de snede hebt gespeeld en uiteindelijk als winnaar uit de bus komt, terwijl het publiek enthousiast heeft meegeleefd, dan weet je weer waar je het allemaal voor doet. Dat is wat ik de spelers keer op keer voorhoud. Daarom stel ik ook strenge eisen aan trainingsopkomst een deelname aan de wedstrijden. Als je echt wilt presteren, mag je daar ook iets voor over hebben.’’

Prestatiekorfbal
De komst van Aartsen naar Dindoa in 1997 komt enigszins als een verrassing. Hij is immers die fanatieke trainer die bij De Meeuwen het korfbalniveau een stuk omhoog gebracht heeft. Bij zijn vertrek uit Putten speelt men daar Overgangsklasse, terwijl Dindoa bekend staat als gezelligheidsvereniging die net uit de derde klas komt. Sinds enkele jaren heeft men ook bij de Ermelose vereniging een keuze gemaakt voor prestatiekorfbal en daar faciliteiten voor willen scheppen.

Lijnen uitgestippeld
“In ons sporttechnisch beleidsplan hebben wij lijnen uitgestippeld, waardoor het mogelijk moet worden binnen afzienbare tijd in de Overgangsklasse te spelen en wellicht later in de Hoofdklasse. Ik heb altijd gezegd: Eens staan we in Ahoy’’, aldus de enthousiaste Dindoa-voorzitter Leendert van den Berg. Volgens hem is één van de eerste zaken waar je voor moet zorgen, het aantrekken van een goede trainer. “Verder moeten de randvoorwaarden goed geregeld zijn en daaraan wordt op dit moment hard gewerkt. In het afgelopen jaar fungeerde Louis Godschalk als teambegeleider, Ton de Kruif heeft inmiddels het stokje overgenomen. Verder zoeken we nog naar een vaste medische verzorger. Deze twee functionarissen kunnen de hoofdtrainer een aantal zaken uit handen nemen, waardoor hij zich volledig op het sportieve terrein kan richten.’’

Gewone vent
Binnen de spelersgroep wordt verschillend gereageerd op de komst van de nieuwe trainer. Vooral de discipline die Aartsen van zijn spelers eist, is niet voor iedereen even gemakkelijk. Toch heeft de 35-jarige Harderwijker zich inmiddels een plaats binnen Dindoa verworven en zijn hij en de spelers aan elkaar gewend. “Ik ben een gewone vent die graag goed korfbal ziet en daar ook iets voor over heeft. Daarom durf ik dat ook van de spelers te vragen. Ik heb altijd gezegd dat het korfbalniveau op de Veluwe omhoog moet en zou graag zien dat dit resulteert in één of meer Hoofdklasseverenigingen. Het kost wel eens moeite vanwege werk of studie, toch is er bij Dindoa een verandering merkbaar voor wat betreft trainingsopkomst en inzet.’’ Dat komt niet in de laatste plaats door de gevarieerde en leerzame trainingen van Frans Aartsen. Daarover is iedereen het eens. Ook de selectiespelers die trainingen verzorgen voor de jeugdteams maken graag van de nieuw verworven kennis gebruik en krijgen daarover van de spelers enthousiaste reacties.

Natuurlijke groei
“Het is niet alleen een bestuurlijk proces, maar ook een natuurlijke groei, dat Dindoa binnen enkele jaren vanuit de derde klas nu bovenin de eerste klas meedraait’’, zegt persvoorlichter Louis Godschalk. “Toen we nog in de derde klasse speelden, had ik steeds het gevoel dat we tegen een luik aanbonsden, dat niet open wilde. Steeds was er weer een andere club die, soms op het laatste moment, als kampioen eindigde waardoor Dindoa weer niet kon promoveren, terwijl er kwaliteit voldoende was. Dat laatste heb ik ook meerdere trainers horen verklaren. Toen de promotie een feit was en het luik eindelijk open ging, leek het wel of alle opgespaarde energie zich bundelde, waardoor het mogelijk was binnen de kortste keren ook vanuit de tweede klas te promoveren en nu zelfs verdienstelijk mee te draaien in de top van de eerste klasse. In de zaal hebben we zelfs eventjes aan de Overgangsklasse durven denken, maar dat bleek nog te vroeg. Ook de doorbraak van de A1-spelers die enkele jaren geleden in de landelijke Hoofdklasse furore maakten, heeft natuurlijk bijgedragen aan deze ontwikkeling.’’

Positief denken
Sociaal als hij is, vertelt Frans Aartsen altijd eerste de dingen waarover hij tevreden is, voordat hij, kritisch als hij is, de puntjes op de i gaat zetten. “Neem nu de zaalcompetitie, als je met 18 punten uit 14 wedstrijden op de tweede plaats debuteert, terwijl de doelstelling was om bij de eerste vier te eindigen, dan heb je het goed gedaan. Ook is de groep fysiek sterker geworden in die zin dat men duels niet meer uit de weg gaat. Men is ook wedstrijden beter gaan aanvoelen. Tenslotte is er tussen de spelers onderling een eenheid gegroeid die heel belangrijk is om optimaal te presteren. Toch ben ik niet geheel tevreden over het verloop van de competitie. Ik was liever nog wat langer doorgegaan voor die eerste plaats, zodat de spelers meer ervaring zouden opdoen met onder druk spelen. Ook hebben we teveel wedstrijden dus ook punten weggegeven. Dit betekent overigens niet alleen voor de spelers, maar ook voor mijzelf, dat we nog kunnen leren en dat er niet alles uitgehaald is wat er inzit. Mede daarom wil ik in ieder geval nog een jaartje doorgaan met Dindoa. De spelontwikkeling is goed geweest, maar in tactisch opzicht en qua beleving kan de groep nog groeien. Ik zie het afgelopen jaar dan ook als een overgangsjaar en kijk daar in zijn totaliteit gezien toch wel tevreden op terug’’, aldus Frans Aartsen.
(bron: clubblad Dindoa / Louis Godschalk)

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen