Alzheimer Café Ermelo maakt euthanasie bespreekbaar

08 nov 2013, 17:07 Nieuws
jwf719so6rcyfrdvnb8fzos6k 46en alzheimercaf

Het verzoek om levensbeëindiging is nadrukkelijk een zaak tussen patiënt en arts, en niet van familie of derden.

Dat zei oud-huisarts Jan Bolt gisteravond tijdens een druk bezochte thema-avond ‘Dementie en levensbeëindiging’ van het Alzheimer Café in de Baanveger aan de IJsbaanweg.

In het geval van dementie is het daarom van belang om je daar goed bewust van te zijn, voordat het ziektebeeld zo verergert dat er van wilsbekwaamheid geen sprake meer is. Dan kan de familie bij wijze van spreken hoog en laag springen en de arts verzekeren dat zijn of haar naaste het leven op zo’n manier nooit zou hebben gewild, als er geen vrijwillig verzoek ligt in de zin van de wet, dan houdt het op.

Bolt was deze avond spreker in zijn hoedanigheid als SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland). SCEN is een programma dat artsen opleidt om deskundig en onafhankelijk advies te geven aan collega-artsen die een verzoek krijgen van een patiënt om euthanasie of hulp bij zelfdoding. Het gesprek werd geleid door oud-huisarts Dick Rhebergen. Beide mannen erkenden dat euthanasie een gevoelig en moeilijk onderwerp is. Want wie bepaalt of er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, wat de wet voorschrijft bij euthanasie. “Eigenlijk de patiënt”, zei Bolt, ‘en die moet de arts overtuigen.” In die zin kan de dementerende die het wil, een goede dood krijgen. Maar weinig artsen staan echter ‘in de rij’ om euthanasie te plegen. “Het is heel beklemmend voor een arts om iemand te euthanaseren. Zeker als iemand niet terminaal is, is dat akelig moeilijk.” Artsen zijn ook niet verplicht euthanasie uit te voeren.

Proberen te krijgen hoe jij het te zijner tijd wilt hebben is mogelijk door op tijd een wilsverklaring op te maken, waarin jij beschrijft wat ondraaglijk lijden voor jou inhoudt. Dit moeten volgens Bolt bij dementie hele duidelijke dingen zijn. Het niet meer herkennen van je eigen kinderen zou bijvoorbeeld te vaag zijn. De hele dag onrustig heen en weer lopen komt dichter in de buurt. “Maar zeker het verlies van waardigheid en totaal afhankelijk zijn kan ondraaglijk zijn.” Bovendien is het zaak de wilsverklaring zo’n vier keer per jaar te herbevestigen met de behandelend arts, als de diagnose dementie eenmaal is vastgesteld. Maar dan nog is het geen zwart/wit kwestie, naarmate het ziekteproces vordert. Het ene moment kan een dementerende iets willen, wat die vijf minuten later absoluut weigert. “Er zijn geen vaste regels voor te geven, dat maakt het ook zo moeilijk. Zolang jij als arts twijfelt of de beslissing weloverwogen is, moet je het niet doen. Daarom is het ook zo belangrijk dat je als behandelend arts overtuigd bent door de patiënt in wat die wil, toen hij of zij nog wilsbekwaam was.“

Euthanasie plegen is altijd actief. In die zin wordt in tegenstelling tot vroeger niet meer van passieve levensbeëindiging gesproken. Toch wordt dit nog vaak gekoppeld aan het staken van zinloze medische behandelingen. Wat volgens Bolt niet juist is. “Met kunstmatige medische ingrepen verleng je in wezen iemands lijden. Wanneer een dementerende bijvoorbeeld voedsel weigert is het niet netjes dit te forceren. Dat heeft niets met euthanasie te maken, maar een kwestie van iemands wil respecteren.”

Volgens de laatste cijfers krijgt 1 op de 5 mensen te maken met een vorm van dementie. Jaarlijks overlijden er 30.000 mensen aan dementie, waarvan 41 euthanasie plegen.

Het eerstvolgende Alzheimer café wordt gehouden op 2 januari volgend jaar, met als thema ‘Kleinschalig wonen’.

Gastvrouwen Marian Stasse, Janny Woltman en Kitty van der Helm staan met de koffie klaar om belangstellenden te verwelkomen.