ErikPrikt… knuffel- en knuppelhormoon: ‘Wint de knuppelaar het van de knuffelaar?’

Foto: ermelo.nieuws.nl

ErikPrikt… knuffel- en knuppelhormoon.

De raadsleden waren het de afgelopen tijd weer behoorlijk oneens… tijd voor een knuffel? Pas op: het hormoon oxytocine kennen we wel als het ‘knuffelhormoon’, het heeft ook een minder vriendelijke, zelfs agressieve kant. Oxytocine speelt een rol bij de hechting tussen ouder en kind, zorg voor de naasten en vriendschappen, maar het zet mensen er ook toe aan de eigen clan en het territorium te verdedigen tegen vijandige groepen. Het is dus óók een ‘knuppelhormoon’.*

Dat we geneigd zijn onze eigen groep te bevoordelen ten nadele van buitenstaanders kunnen we dagelijks leren uit het nieuws: van lokaal cliëntelisme door wethouders, via ministers die gevoelig zijn voor de machtige landbouw- of luchthavenlobby, tot wereldleiders die protectionistische economische maatregelen afkondigen. Mensen kunnen de ene keer uitstekend samenwerken en besluiten op een ander moment verdedigingslinies en onneembare burchten te bouwen. Neem de vluchtelingencrisis: een aanvankelijk ruimhartig asielbeleid wordt nu gevolgd door het versterken van de Europese buitengrenzen. Daar heeft de Europese Unie al zeventien miljard euro aan uitgegeven.

Als we voor het verdedigen van onze eigen groep gebruik maken van dezelfde neurobiologische stoffen als voor het versterken van de band binnen die groep, is het interessant om te weten hoe dat werkt. Hoe reageren individuele burgers, buurten en dorpen op veranderingen in de omgeving, zoals de komst van een AZC of de plaatsing van een windmolenpark? Wat doet schaarste of overstroming met het groepsdenken, hoe ontstaan spanningen tussen jou en je medeburgers? Het zou mooi zijn als je bewust je oxytocine op een positieve manier kon inzetten, om te voorkomen dat het je aanzet tot geweld en agressie. Jammer dat er nog geen manier is gevonden om onze hormonen in die richting te manipuleren.

Wetenschappers zoeken naar oplossingen voor dit vraagstuk. Daarvoor is creativiteit nodig, en dat is, net als die onbedwingbare neiging tot knuffelen dan wel knuppelen, een moeilijk grijpbare eigenschap. Je krijgt het echt niet vanzelf. Je moet veel weten en eindeloos testen om als onderzoeksteam steeds creatiever te worden. Daar heeft niet iedereen zin in of tijd voor, dus kiezen we onbewust vaak voor de makkelijkste weg, boos worden. Dan wint de knuppelaar het van de knuffelaar, die juist graag samenwerkt met z’n collega’s.

Zo’n offensieve reactie wordt vaak verdedigd met de stelling dat competitie creativiteit zou bevorderen: zonder wrijving geen glans! Maar dat klopt niet, het werkt zelfs omgekeerd: zonder competitie méér creativiteit.** Aandacht schenken aan de argumenten van de ander en overleggen met de intentie een win-winsituatie te bereiken, levert meer creatieve oplossingen op. Maar om een dergelijk sociaal contact te verbinden met prettige gevoelens heb je de positieve inzet van oxytocine nodig. Een Catch 22 –situatie…

Voorlopig dus maar gewoon kritisch naar je eigen motieven kijken, en proberen je fictieve ‘oxytocineknop’ om te zetten, elke keer dat je agressieve gedachten voelt opkomen.

* Carsten De Dreu, organisatiepsycholoog, hoogleraar sociale en organisatiepsychologie Universiteit Leiden (onderzoek 2010)
** Carsten de Dreu en Daniel Sligte, Creativiteit krijg je niet voor niks (2018)

Erik Slagt

Ermeloër Erik Slagt coacht mensen die ‘een beetje vastlopen’ in hun persoonlijke ontwikkeling. Motto: er is altijd meer ruimte dan je denkt.

Zie ook: www.espacio-coaching.nl

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen