Deel 1: Bert van den Brink legt basis voor zijn ondernemingen in Ermelo

22 aug , 18:21 Zakelijk
34en bvdb
Ondernemer Bert van den Brink gaat in een openhartig gesprek in op zijn Ermelose jeugdjaren, de ontwikkeling van zijn poeliersbedrijven, zijn huidige werkzaamheden en zijn affiniteit met voetbalverenigingen en zijn andere sport- en maatschappelijke activiteiten.
Door Bram Burggraaff, met foto's van Floor Verbeek.
Kun je iets vertellen over je jeugdjaren?
Bert: “Je moet me niet teveel vragen naar exacte data en feitjes, maar ik kan je wel vertellen dat ik eind veertiger jaren van de vorige eeuw geboren ben in Barneveld. Mijn vader was buschauffeur bij de VAD. Toen dat bedrijf verhuisde van Voorthuizen naar Ermelo, zijn wij mee verhuisd. De VAD zorgde voor huisvesting en zo kwamen wij te wonen in een nieuwe woning aan de Oude Telgterweg in de buurt van de Putterweg. Ik had fantastische ouders die mij alle ruimte hebben gegeven. Ze waren altijd meelevend en ondersteunden me waar mogelijk. Met mijn drie zusters vormden we een heel gelukkig gezin en heeft het ons aan niets ontbroken.’’
Hoe verliep je schooltijd?
Bert: “Ik ging naar de Hervormde School aan de Putterweg in de tijd van meester de Graaf. Het schoolgebouw werd te klein. Tijdens de bouw van een nieuwe school hebben we nog 2 jaar les gehad in de Dorpshal. Ik heb nog 1 jaar in de zesde klas bij meester Harkema op de Beatrixschool aan de Smidsweg gezeten. Op zich kon ik aardig goed leren, maar had er niet zoveel interesse in. Ik ging naar de Mulo aan de Dirk Staalweg, die ik na drie jaar zonder diploma verliet. Vanaf mijn 12e jaar werkte ik al bij Jaap Pul die een poelierszaak had aan de Schoolweg. Dat klikte, omdat ik vanaf het begin veel meer interesse toonde voor pluimvee dan zijn eigen zoons die meer met techniek en auto’s bezig waren. Het was een fantastische tijd, alles kon alleen (vanwege het geloof) niet op zondag. Mijn loon was met een kwartje per uur niet hoog, maar ik heb wel heel veel geleerd in die jaren. Jaap was een bescheiden man die zich enorm had verdiept in zijn vak. Hij wist alles van bacteriën, hygiëne en houdbaarheid. Bijvoorbeeld door de zure melk, die hij ophaalde bij de melkfabriek in Hilversum, aan het voer toe te voegen, floreerden de kippen. Dat heb ik ook nog toegepast door water aan te zuren tijdens mijn tijd in Rusland, waar ik me nog regelmatig afvroeg: Hoe zou Jaap Pul dat gedaan hebben, want hij was op zijn vakgebied briljant.”
Hoe ging het zakelijk verder?
Bert: “Toen ik een jaar of zestien was, ben ik zelfstandig poelier geworden. Het begon met venten langs de deuren. Dat ontwikkelde zich in de loop van de zeventiger jaren door richting een groothandel, slachterijen, markten, in- en export. Op 21-jarige leeftijd ben ik getrouwd. We kozen niet voor inwoning bij wederzijdse ouders, maar kochten op de Kolthoornseweg in Putten het ‘goedkoopste’ huis van de Veluwe. Na drie jaar verhuisden we naar de Dr. Holtropstraat in Ermelo en betrokken het pand waar nu Jabo-glas zit. We hadden daar een kantoor en een werkplaats waar de kipproducten werden verwerkt en ingepakt, bijvoorbeeld voor markten die toen erg belangrijk waren. Ook hadden we daar een poelierswinkel. Na vier jaar verhuisde het bedrijf naar de Herderlaan tegenover Calluna. We hebben in die tijd al plannen ontwikkeld om tot verkleuring te komen van industriegebied Kerkdennen. Helaas heeft de politiek daar toen niet aan meegewerkt.”
Hoe kwam je in Rusland terecht?
Bert: “De export werd steeds belangrijker. De handel in de negentiger jaren met name naar Rusland liep als een trein. We hebben in de buurt van St. Petersburg drie bedrijven opgezet, waarvan de grootste bestond uit zo’n 50.000 hectare. We hadden meer dan 4500 werknemers in dienst. Ik reisde in die tijd wekelijks tussen Nederland en Rusland. Toen mijn vrouw jong overleed, ben ik rond 2010 vanwege familieomstandigheden helemaal gestopt met mijn pluimvee-activiteiten.”
Wat ben je daarna gaan doen?
Bert: “Vervolgens ben ik verder gegaan in onroerend goed, ontwikkeling bouwplannen, investeringen en bedrijfsfinancieringen. Er zou veel gedaan kunnen worden aan de huidige woningnood, maar het duurt allemaal veel te lang voor er gebouwd kan worden, vooral door mensen die bezwaar maken. Onze plannen voor een hotel en leisure-centrum hebben jarenlang stil gestaan. Nu we door de rechter in het gelijk gesteld zijn, kunnen we wellicht op korte termijn beginnen met de bouw. Hopelijk gooien plannen om een peperdure fietsbrug naar Zeewolde te realiseren niet opnieuw roet in het eten.”