Mensen met een onsmakelijke beperking
Ieder jaar organiseert mijn vader voor zijn flat in Amersfoort-Vathorst een buurtbarbecue. Toen hij dit voor het eerst vertelde, schoot ik meteen in de lach. Ik had ’t gewoon niet achter hem gezocht. Als mijn pa hoorde dat er een tafeltennistoernooi werd gehouden op de camping in Zuid-Frankrijk, schreef hij zich in met als voornaamste reden de eerste prijs pakken. ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’ geldt voor hem andersom.
Maar, eerlijk is eerlijk:in een vrij moderne buurt met allemaal onbekende mensen is mijn vader toch wel de aangewezen persoon om een gezellige avond te organiseren. Tijdens diezelfde zomerse weken in het buitenland was hij namelijk altijd degene die uit het niets contact zocht met onbekenden naast ons op het terras of op de camping. Dan brak hij het ijs met een scherpe woordgrap of een verrassende opmerking. Twintig jaar geleden was dat zelfs de aanleiding voor een nieuwe vriendschap. Nadat hij reageerde op iemand die een tennismaatje zocht klikte het zo goed tussen mijn ouders en twee campinggasten, dat we vanaf dat moment gezamenlijk op vakantie gingen. Jaar in, jaar uit.
Op de eerste etage van de flat zit een woongroep.Deze groep bestaat uit mensen met een licht verstandelijke beperking. Zij wonen onder begeleiding, terwijl er in dezelfde flat ook een aantal geheel zelfstandig woont. Het is dan ook geen wonder dat een aanzienlijk deel van de barbecuebezoekers bestaat uit mensen met een verstandelijke beperking.
Ondanks de gezelligheid van de vele buurtbewonersdie op de BBQ afkomen, zijn er ook mensen die het overslaan. De één kan niet, de ander zit liever in alle rust voor de televisie en weer een ander zegt op de avond zelf pas af wegens vermoeidheid of simpelweg even geen zin. Dat is een ieders goed recht. Gelukkig wel zeg, je moet het zelf leuk vinden om te komen. Het is geen verplichte ouderavond met je vader en moeder op de basisschool of een ontzettend gaaf bezoek aan de kaakchirurg.
Maar toen ik laatst bij mijn vader was, wist één van die bewoners mij flink te verbazen met haar ‘reden’ om niet te komen. Samen liepen we langs de flat om wat te gaan eten in het bruisende (HOEST!) centrum van Vathorst. We passeerden een buurtbewoonster, en mijn vader zou mijn vader niet zijn als hij niet meteen de vraag zou stellen uit voorpret en nieuwsgierigheid: ‘Ben je er volgende week ook bij, tijdens de barbecue?’
‘Nee’, antwoordde de dame van rond de 60-65 stellig.Terwijl mijn vader op een subtiele manier haar reden afwachtte, ging ze zelf al verder. ‘Als ik heel eerlijk ben, vind ik het een beetje onsmakelijk met die mensen.’ Ze trok een gezicht alsof ze een zak zure matten naar binnenschoof. ‘Oké’, reageerde mijn vader verrast. Mijn aandacht ging vooral uit naar haar zure gezicht dat ineens een gelijkenis toonde met mijn jeugd-angst Karbonkel.
Deze mevrouw denkt blijkbaardat buurtbewoners met een licht verstandelijke beperking kwijlend aan je blouse hangen met een afgekloven satéstokje tussen hun tanden. Dat ze de hele avond joelend achter je aan rennen met een lepel mayonaise en telkens je lekkere hamburger afpakken waar je je zo op verheugd had. Mijn vader organiseert niet voor het eerst een buurtbarbecue, vooralsnog is het alleen maar een succes gebleken. Alle aanwezigen hebben het zichtbaar naar hun zin en iedereen is op z’n gemak. Mensen tonen interesse in de ander. Er wordt gelachen, gegeten, gedronken – en zelfs gezamenlijk opgeruimd.
Zelf verheug ik me ook weer op een geslaagd, zomers avondje.Tijdens de barbecue zal ik ongetwijfeld nog even aan de buurtbewoonster denken die mijn pa en ik laatst tegen het lijf liepen. Ik kan eerlijk gezegd alleen maar hopen dat zij ooit van haar beperking zal worden afgeholpen. Haar onsmakelijke beperking.
Yannick
Journalist Yannick La Gordt Dillié, 23 jaar, schrijft op freelancebasis voor FC Update en stichting Villa Pinedo, alsook promotieteksten/sfeerverhalen voor bedrijven, organisaties en hotels. Zijn grote droom: presenteren op de radio of televisie.