Op de camping...
Het is inmiddels een tijdje geleden, maar voorheen zat ik rond deze tijd áltijd op de camping. Aangezien we iedere zomer op pad gingen met de vouwwagen, heb ik veel verschillende campings mogen bezoeken in mijn jeugd. En of het nou tussen de oorlogslittekens was aan het strand van Normandië, een tussenstop in Luxembourg of een mini-camping was vlak bij Venetië; ik stuitte altijd op typerende camping-taferelen die voor iedere liefhebber herkenbaar zijn.
Het begon al meteen bij aankomst.Je kunt namelijk niet om ze heen. Of beter gezegd, je kunt niet om ons heen: Nederlanders. Ze zitten echt overal. Maar écht overal. Het lijkt wel alsof iedereen in ons land jaarlijks afspreekt waar we heengaan. Bij de campingsnackbar hoor je ineens: ‘Heb je daar ook extra mayo en satésaus bij?’ Ook als je het wel lekker vindt om even alleen maar andere Europese talen aan te horen, kom je al snel van een koude kermis thuis. Je hoort Nederlanders altijd wel, ze zijn niet bepaald stil of bescheiden. Mocht je nou op een camping komen en denken ‘hè, wat weinig Nederlanders hier’; wees gerust, dan komen ze morgen wel aan.
Of het eten.Op elke camping is er wel iemand die de avondmaaltijd voor de rest verpest. Hij of zij gooit het vlees te snel op de barbecue, of iemand is gewoon overenthousiast en maakt er bewust een soort paasvuur van. De aanwezige rook en de geur doen vermoeden dat de halve camping in brand staat, maar uiteindelijk blijkt het vaak om een zielig barbecuetje te gaan dat net niet helemaal juist is opgezet. Het is vooral lekker als dit precies naast je eigen tent of caravan gebeurt. Dan voelt het net alsof je die ravioli waar je zo op had gehoopt, in een rokershok naar binnen aan het werken bent.
Na het avondeten dacht ik altijd:hè hè, ik kan weer terug naar m’n campingvrienden. Pingpongen en de ‘levens’ die ik verdiende (ik was gek op tafeltennis) weggeven aan de mooie meisjes rondom de tafel. Een potje voetballen, spelletje doen, of gewoon rondhangen. Maar nee, eerst wachtte dé campingnachtmerrie: de afwas. En je was niet de enige. Met een humeurig gezicht en volle tegenzin pakte je de theedoek om af te drogen. Want met zo’n goedkope borstel van de Action door de pan met aangekoekte satésaus roeren, daar had ik weinig trek in. Dan maar afdrogen.
’s Avonds zag ik regelmatig de buurman voorbijlopen, met sokken in zijn sandalen en een dikke rol toiletpapier in zijn hand. Een halfuurtje later liep hij weer langs, met een halve rol. Ik kan er nu nog steeds smakelijk om lachen, die campingtijd. Wat een sfeertje. Goed weer, gezellige buren, vrolijke mensen, lekker eten, uitgebreid borrelen onder de partytent waar we voorheen altijd kerstlichtjes in hingen. Later zal ik hetzelfde doen en mijn kinderen meenemen naar Frankrijk of Italië. En de afwasborstel zal ik niet vergeten.
Yannick
Journalist Yannick La Gordt Dillié, 23 jaar, schrijft op freelancebasis voor FC Update en stichting Villa Pinedo, alsook promotieteksten/sfeerverhalen voor bedrijven, organisaties en hotels. Zijn grote droom: presenteren op de radio of televisie.