Op de twintigste avond van de interne competitie bij het Veluws Schaakgenootschap is de kampioensgroep van start gegaan. Sape Westra, Onno Wolters, Bas West, Ralf van den Burg, Dirk van Setten en Gerard de Hoop maken onderling uit wie zich na vijf avonden schaken clubkampioen van VSG mag noemen.
Van Bram Burggraaff.
Sape Westra - Gerard de Hoop
Westra en De Hoop maakten van hun partij een waar spektakelstuk. Sape kwam goed uit de opening en offerde een pion voor initiatief. Gerard wist het tij echter te keren en vocht verbeten terug, waardoor Westra al zijn verdedigingskunsten nodig had. Geholpen door een foutief torenoffer hield hij het hoofd ternauwernood boven water. Toen De Hoop door tijdnood in het eindspel een toren cadeau deed was Westra er als de kippen bij en pakte de winst.
Onno Wolters - Dirk van Setten
Wolters kwam tegen Van Setten goed uit de startblokken, maar in een positionele partij gaven beide spelers geen krimp. Een onbedoeld pionoffer van Onno werd door Dirk niet aangenomen, waardoor een pittige stelling ontstond met veel stukken en pionnen op het bord. Toen Van Setten een goede tactische kans op voordeel niet benutte, mondde de partij uit in remise.
Bas West - Ralf van den Burg
West speelde een voor hem gebruikelijke opening. Van den Burg reageerde onvoldoende adequaat en gaf te snel het centrum uit handen. Daardoor kreeg Bas gelegenheid het initiatief naar zich toe te trekken. Hij won een pion en zadelde Ralf op met een slechte stelling. Toen West even later nog meer materiaal wist te winnen gaf Van den Burg zich gewonnen.
De keizercompetitie
De spelers die zich niet plaatsten voor de kampioensgroep spelen door in de keizercompetitie. Daarin werden negen partijen geschaakt. Jan Lambrechts bestreed de opening van Ferry Lunek met sterk positiespel. Beide spelers vonden dat ze weinig tot geen ruimte hadden om iets te proberen en besloten dat remise een goede uitslag was.
Henk van Rijssen maakte tegen Wido Sparling een foutje, waardoor Sparling voordeel kreeg. Dit wist hij te behouden en in winst om te zetten. Hisham Haout en Cees Doets speelden een spannende Franse partij. Doets kreeg initiatief, maar Haout verdedigde zich goed, totdat hij zijn dame verloor voor een toren. Even later verloor Hisham ook de toren en gaf op.
Nikki van Es strafte een foutief stukoffer van Willem Booy vakkundig af, ruilde in het eindspel stukken, waarna Booy opgaf. Piet Vroegindeweij verschalkte Wim Jongejan door een vakkundig dubbele aanval op diens dame en koning met een paard.
Wim van Dalen verloor na een rustig middenspel een pion aan Henri Bosch. Bosch kreeg daardoor de controle over een aantal belangrijke velden. Van Dalen zag geen kans meer op goed spel en gaf op. Julian Bruinink ondervond de kracht van good old Rob Hollmann. Bruinink speelde iets te gehaast en verloor een pion. Later in de partij won Hollmann een tweede pion en speelde de partij uit naar winst.
Dick van Enk reageerde met agressief spel op de opening van Ronald Bieringa. Van Enk zag tweemaal een kans op stukwinst over het hoofd. Na het ruilen van verschillende stukken wist Bieringa een pion op de damevleugel te winnen. Dit voordeel zette hij om in winst.
Peter van Geel strafte een foutief kwaliteitsoffer van Margriet Martensen af. Na de opening had Martensen nog een licht voordeel met dreigingen op de koningsvleugel. Nadat Margriet een toren ruilde tegen een loper draaide de partij. Na ruil van stukken hield Van Geel een toren over, waarna Martensen zich gewonnen gaf.