Bennie Dekker geniet volop als betaald voetballer: Ermelose sportartikelen uit de oude doos

29 sep 2020, 16:47 Sport
40en oudedoos
Gescande eigen foto

In de 41e aflevering van de ‘Ermelose sportartikelen uit de oude doos’ een interview in 2 delen met Bennie Dekker van donderdag 22 juli 1993. De voetballer uit Ermelo maakte in 1992 een succesvolle overstap van DVS’33 naar het betaalde voetbal, waar hij ging spelen voor het Nijmeegse NEC, dat uitkwam in de eerste divisie. Vandaag deel 1.

Door Bram Burggraaff.

In de serie zomerinterviews komt als eerste de rechterspits van eerste divisionist NEC en oud-speler van DVS’33 aan bod: De 26-jarige Bennie Dekker. Aan het einde van het voor DVS zo succesvol verlopen seizoen 1991-1992 maakte de Ermeloër de overstap naar het betaalde voetbal en tekende een profcontract bij het Nijmeegse NEC. Het eerste seizoen in de eerste divisie verliep heel goed. Dekker had vanaf het begin een vaste basisplaats en werd met acht doelpunten topscorer van de club. Bovendien werd hij gekozen in het Sterrenelftal van het weekblad Voetbal International.

Voetballoopbaan

Bennie Dekker begon zijn voetballoopbaan op zevenjarige leeftijd in de jeugd van DVS’33. Via de E8, E4, E1, D2, D1, C1 en B1 verhuisde hij naar de A1 van PEC Zwolle, waar hij 2 jaar deel van uitmaakte. Na een jaar in het tweede elftal te hebben gespeeld met Piet Schrijvers als trainer keerde hij terug naar DVS, waar hij zes seizoenen in het eerste elftal uitkwam. Tijdens die jaren beleefde Bennie Dekker een ‘Italiaans avontuur’. "Toen ik in 1989 op vakantie was in Alassio aan de Italiaanse Rivièra raakte ik in gesprek met mensen van een amateurvereniging. Er bestonden ambities om het betaalde voetbal in te gaan. Ik speelde met het team een oefenwedstrijd tegen Genua, dat toen ook al uitkwam in de Serie A en dat ging heel goed. Het was de bedoeling, dat ik daar een jaar zou gaan voetballen. Bij de eerste bekerwedstrijd werd ik niet opgesteld en toen bleek dat ik helemaal niet speelgerechtigd was. Je had een gele pas nodig en dat kon nog wel een tijdje gaan duren. Ik was net terug van een beenbreukblessure en wilde zo snel mogelijk weer voetballen. Daarom ben ik toen direct teruggegaan naar Ermelo en weer bij DVS’33 gaan spelen.’’

NEC

Na afloop van vorig seizoen verhuisde Bennie Dekker van DVS naar eerste divisionist NEC in Nijmegen. Over het afgelopen seizoen zegt hij: "Ik heb een prima jaar in het betaalde voetbal meegemaakt in Nijmegen. Ik stond steeds in de basis, speelde goede wedstrijden en kreeg prima kritieken. Het is nog niet bekend, of ik het komende seizoen bij NEC blijf. De eerste trainingen heb ik niet bijgewoond, omdat het contract nog niet getekend is. Ik heb voor de zekerheid overschrijving aangevraagd naar IJsselmeervogels. Dat moest voor 15 juli en zo heb ik mij ingedekt, als ik er met NEC niet uitkom. Maar toch hoop ik dat we op korte termijn tot een oplossing komen. Ik heb voor het eerst te maken met het spel van contractverlengingen en wordt daarbij geadviseerd door mensen van de VVCS. Het is gewoon afwachten en geduld hebben. De Duitse club Wuppertal uit de tweede Bundesliga is geïnteresseerd. Ik ben daar inmiddels op bezoek geweest, Financieel is het heel aantrekkelijk, maar daar tegenover staat, dat je vijf dagen per week van huis bent. Mijn vriendin heeft een zaak in Putten en we hebben net een huis gekocht, dus het liefste blijf ik in Nederland.’’

FC Utrecht

Er zou ook belangstelling bestaan voor Bennie Dekker bij eredivisionist FC Utrecht. NEC wil maar liefst 600.000 gulden voor de spits hebben. "Utrecht heeft me het hele seizoen gevolgd, maar heeft geen geld. Als er een speler verkocht wordt, kom ik misschien weer in beeld. Met NEC heb ik eigenlijk een luxeprobleem. Ze willen me dolgraag houden en ik wil ook graag blijven, maar na dit seizoen wil ik wel de mogelijkheid hebben om van club te veranderen. Daarom heb ik NEC een voorstel gedaan, waar ze nog niet mee akkoord zijn gegaan. Het gaat niet over het salaris, daar zijn we wel uit. Ik wil alleen een gelimiteerde transfersom van 300.000 gulden, want anders kunnen ze na dit seizoen weer 600.000 gulden vragen en dan kom je nooit meer weg. Als er belangstelling is, dan geeft zo’n gelimiteerde transfersom je meer kansen om naar een andere club te gaan. Ik heb nog steeds de ambitie om hogerop te spelen. FC Utrecht heeft wel een ploeg, waarin ik in zou passen. Smolarek is voorin heel gevaarlijk, maar de anderen die voorin lopen zoals Oosterhuis en Bijl zijn eigenlijk middenvelders. Ik heb mijn leeftijd eigenlijk een beetje tegen voor een echte topclub, maar bij een club daaronder kan ik het redden. Ik heb het hele seizoen constant gepresteerd, in alle wedstrijden acties gemaakt tegen wie ik ook speelde. Op een hoger niveau heb je nog betere voetballers om je heen, die nog betere passes geven, waardoor je meer bespeelbare ballen krijgt. Je bent als voorhoedespeler en zeker als buitenspeler enorm afhankelijk van je medespelers, of die de ballen goed geven. Bij NEC gaat dat met de rechtshalf Koos Aalbers perfect. Toen hij een paar keer geblesseerd was en een ander op die plaats stond, ging dat veel minder. Bij DVS speelde Bert van Hunenstijn de bal altijd diep en daar kon ik dan op lopen.’’

Hoogtepunten

Als hoogtepunten uit zijn voetbalcarrière noemt Bennie Dekker de promoties van de derde naar de eerste klasse tussen 1986 en 1988 onder Jan Westerhof en na de degradatie van 1990 direct weer promoveren in 1991 en de tweede plaats in de eerste klasse C in 1992, beide seizoenen met Fred Prins als trainer. Dekker: "Na afloop van dat seizoen won ik de zilveren bokaal van ‘Amateurvoetballer van het Jaar’ en maakte ik de overstap naar NEC. Het afgelopen seizoen is natuurlijk één groot hoogtepunt: Het eerste jaar betaald voetbal en dan nog zo doorbreken ook.’’

Eerste divisie

Er wordt weleens beweerd, dat het niveauverschil tussen de top van het amateurvoetbal en de eerste divisie niet zo groot is. Bennie Dekker: "Mensen onderschatten het niveau van de eerste divisie vaak. Als je er zelf tussen staat, merk je het verschil echt wel. Het tempo ligt veel hoger, je kunt geen bal meer zomaar aannemen en je moet drie keer zo snel handelen. Toch denk ik, dat wanneer de betere jongens in de eerste klasse van het amateurvoetbal de kans zouden krijgen om zes keer in de week te trainen en niet hoeven te werken, ze ook meekunnen in de eerste divisie. Bijvoorbeeld Herman Kok had volgens mij gewoon mee kunnen draaien in de eerste divisie, als hij de kans had gekregen.’’