Lars Kleijer (30) uit Ermelo heeft een grote, zeer gezonde dosis zelfvertrouwen en is erg ambitieus. Wat nodig is om uit te blinken in de motorsport. En dat wil Lars. Dankzij de steun van sponsoren Vakschilders Ermelo, Zonneprofijt en aannemersbedrijf Sietse de Vos, beide uit Harderwijk, kan Lars meedoen aan het Nederlands kampioenschap motorrijden. "Anders had ik dit jaar nog niet kunnen starten, en stond ik geen zesde in het klassement", zegt de Ermeloer die in het dagelijkse leven als projectleider werkt bij aannemingsbedrijf Jos Scholman in Nieuwegein.
Met fotoreeks.
Eigen bed mee
Motorrijden is namelijk een dure tak van sport. "Van banden, inschrijfgeld, onderhoudskosten tot transport", somt Lars op, "dat kost in totaal gauw zo'n 14.000 euro. Dan neem ik ook nog mijn eigen bed mee. Want in de race weekenden slaap ik op het circuit op een matras in de aanhanger, terwijl andere coureurs in grote campers komen."
Instapklasse
Het is de ambitie van Lars om met zijn Suzuki GXR 600cc kampioen te worden in de Dutch Proclass 600 bij het International Dutch Championship, oftewel de tweede klasse 600cc bij het Nederlands kampioenschap motorrijden. Lars omschrijft deze categorie als de instapklasse naar de eerste klasse, de top die veel motorcoureurs willen bereiken.
Op zijn leeftijd?
Toch valt het bijzonder te noemen dat iemand 'op zijn leeftijd' nog start met een carrière in de motorsport, toch? Lars kan hartelijk lachend instemmen met deze conclusie. "Ik heb een oude hobby van mijn vader opgepakt. Eigenlijk had ik er altijd al zin in om te leren motorrijden. Maar ja, het is een hobby die ik wel zelf wilde betalen. In 2020 heb ik mijn motorrijbewijs gehaald en had voldoende geld gespaard om een Yamaha R6 te kopen."
'Monkey see, monkey do'
Met deze motor reed Lars een tijd lang mee op de weg. Tot hij op een gegeven moment dacht, zegt hij: "Ik ben zo goed, dat ik het op het circuit ga proberen. Wat zo goed ging, dat ik meteen dacht kampioen te worden. Ik heb ook altijd veel motorsport gekeken. Mijn vriendin Lisa zegt wel eens: 'Monkey see, monkey do'."
Zonder benzine
Met komend weekend nog races op het circuit in Assen in zijn klasse waar 51 coureurs aan meedoen, dan een zomerstop en een seizoen dat duurt tot oktober; hoe schat Lars zijn kansen in om kampioen te worden? "Ik kan hooguit derde worden", baalt hij toch wel een beetje. Een plaats in het klassement die hij helemaal aan zichzelf heeft te danken. "Ik sta nu op de zesde plaats, maar dat had de derde kunnen zijn. Dat kwam door een klein technisch mankement tijdens de eerste race. Ik stond na vijf rondes namelijk zonder benzine", grijnst Lars. Wat ook te maken had met een stukje onervarenheid geeft hij aan. In de motorracesport moet vanwege de weerstand de tank ook niet te vol zijn.
Ultieme ambitie
Racen in de eerste klasse is de ultieme ambitie van Lars. "Maar eens kijken hoever ik het daar schop. Maar eerst ga ik voor het kampioenschap in de tweede klasse. In april volgend jaar krijg ik weer nieuwe kansen. Het moet gewoon lukken, wat dat betreft ben ik heel streng voor mezelf." Volgens Lars is hij op het moment de enige Ermeloer die op dit niveau actief is in de motorsport. Wat heeft iemand naast goed materiaal nodig om motorcoureur te worden?
'Een beetje gek in de kop zijn'
Lars antwoordt breed lachend: "Je moet wel een beetje gek in de kop zijn, weinig angst kennen en een hele goede conditie hebben. Mensen denken dat je op je motor zit. Maar je staat rechtop en gooit je motor van links naar rechts. Ik heb veel sporten beoefend, maar dit is wel de meest intensieve sport die ik ooit heb gedaan."