De tweede ronde van de bekercompetitie bij het Veluws Schaakgenootschap Ermelo (VSG) kende verschillende partijen waarin het woord ‘strijd’ met hoofdletters kon worden geschreven.
Van Bram Burggraaff.
Grote beker
In de strijd om de grote beker won Sape Westra van Henri Bosch; Westra had het vervolg na het ruilen van verschillende stukken goed ingeschat en viel met paard, toren en dame de zwarte stelling binnen. Toen Bosch een tegenactie creëerde werd hij mat gezet.
Onno Wolters had het beste van het spel tegen Nikki van Es. Laatstgenoemde wikkelde echter vakkundig af naar een remisestelling, omdat hij aan gelijkspel genoeg had om zich te plaatsen voor de halve finale.
Noël Bovens won een pion van Dirk van Setten. Dit bleek echter te weinig om te winnen; Van Setten hield het hoofd koel en schoof de partij behendig remise; ook hij had hieraan genoeg om zich te plaatsen.
Klapstuk van de avond was de partij Rob Boterenbrood – Gerard de Hoop. Boterenbrood kreeg het beste van het spel en met een aantal goede torenzetten leek hij te gaan winnen. Eén moment van onachtzaamheid gaf Gerard echter tijd zijn toren te activeren, waarna de rollen werden omgedraaid en De Hoop won.
Kleine beker
In de competitie om de kleine beker won Jo Wolters in de opening een pion van Rob Hollmann. Na een taai gevecht won Wolters nog een pion, waarna hij uiteindelijk na 90 zetten het punt binnensleepte.
Wim Jongejan verloor een stuk aan Henk van Rijssen en bleef de hele partij tegen een moeilijke stelling aankijken, totdat Henk een toren cadeau deed. Zelfs toen Jongejan weer een stuk moest teruggeven was het tij voor Van Rijssen niet meer te keren.
Wido Sparling won van Lex Wattez; hun partij ging gelijk op, totdat Sparling de overheid kreeg door het winnen van een paard. Margriet Martensen wist geen vervolg te geven aan haar overwinning van vorige week. Ze liet een venijnige aanval van Hisham Haout toe en moest lijdzaam aanschouwen dat diens paard haar dame kon slaan.
