Deel 1 Doofblinde Hans Donk is een gepassioneerd marathonloper

Harry Donk.
Harry Donk.
Foto: eigen foto

In de 128e aflevering van ‘Ermelose sportartikelen uit de oude doos’ een interview in 2 delen van 29 juli 1999 met de toen 55-jarige marathonloper Hans Donk. Vandaag deel 1.

Door Bram Burggraaff.

Hardlopen
Hans Donk is een gehandicapte sporter, wiens grote passie het lopen van de marathon is. De Ermeloër vertelt hoe hij met hardlopen is begonnen en hoe zich dat verder heeft ontwikkeld.

Geheel blinddoof
Hans Donk: “Mijn passie voor hardlopen is zeer groot. Op zich is dat niets bijzonders, er zijn zoveel hardlopers. Aan een evenement als de ‘Dam tot Dam loop’ in Amsterdam doen zo’n 17.000 atleten mee. Wat is er dan zo bijzonder aan mijn hardlopen? Nu, ik ben visueel en auditief gehandicapt, ik ben geheel blinddoof. Als je blind bent, ben je heel afhankelijk van anderen en doofheid betekent dat je erg geïsoleerd bent. Met beide handicaps is het niet mogelijk alleen te sporten en zeker niet hardlopen. Je hebt bij alle sporten hulp van je medemens nodig en dat geldt dubbel voor hardlopen. Toen ik in 1988 trouwde met Jansje Ruiter had ik nog nooit gesport. Jansje had een grote liefde voor zwemmen en zij vond het jammer dat ik niet kon zwemmen. Ik besloot op zwemles te gaan en op zaterdagochtend kon ik met een groep gehandicapten leszwemmen in zwembad Calluna. In één jaar haalde ik mijn A en B diploma. Vanaf die tijd gingen mijn vrouw en ik iedere week één of twee keer zwemmen. Ook ging is wat sporten op zolder. Ik deed een beetje aan krachtsport. Ik vond het sporten heel fijn.’’

Met lijntje aan de fiets vast
Hans vervolgt: “Toen we een jaar of zes geleden samen een keer gingen zwemmen, trof ik een jongeman in de baan aan waar ik altijd zwem. Jansje liet mij de attributen zien, waarmee hij aan het zwemmen was en zo ontstond er een praatje. Hij heette Auke van der Velden en was aan het trainen voor de triatlon. Ik zei dat heel leuk te vinden en dat ook wel zou willen doen. Hij zei dat ik het beste kon gaan trainen voor de achtste triatlon. Het fietsen ging prima, maar ik had nog nooit hardgelopen en zwemmen ging ook nog te langzaam. Een triatlon zou er voorlopig niet inzitten. Vanaf dat moment ben ik met hardlopen begonnen. De eerste weken waren zeer moeilijk. Hardlopend raakte ik alle gevoel van richting kwijt. Ik was zo druk met ademhalen dat ik geen tijd meer had voor andere dingen om me heen. Langzaam is daar verbetering in gekomen. Ik zat met een lijntje aan de fiets vast. Jansje fietste naast me en leidde me helemaal. Toen het ademhalen beter ging, kreeg ik ook het gevoel voor de omgeving terug. Ik liep altijd dezelfde route. Langzaam bouwde ik dat uit. Ik ging de route kennen, de bochten in de weg, de koele stukken als we onder bomen doorgingen, de wijze waarop de zon in mijn gezicht scheen, hobbels en kapotte tegels op de fietspaden, enzovoort. Het is wonderlijk aan hoeveel dingen je de weg kunt herkennen. Jansje gaf me na elke kilometer een streep op de rug, zo wist ik op het laatst waar de streep moest komen, maar ook hoe ver ik was. Van die triatlon is nooit iets gekomen. Auke is na een ernstig ziekbed overleden.’’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen