Deel 1 ‘Handhaving eerste klasse uitgangspunt DVS’33’: Ermelose sportartikelen uit de oude doos

Bé Wolfs, van 1985 tot en met 1992 voorzitter van DVS’33 Ermelo.
Bé Wolfs, van 1985 tot en met 1992 voorzitter van DVS’33 Ermelo.
Foto: Gescande foto Henk van den Berg

In de zeventiende aflevering van de ‘Ermelose sportartikelen uit de oude doos’ het eerste deel van een interview (18 juli 1991) met Bé Wolfs, die van 1985 tot en met 1992 voorzitter was van DVS’33 Ermelo.

Door Bram Burggraaff.

“DVS gaat de eerste klasse niet uit.’’ Met deze strijdbare woorden richtte DVS-trainer Fred Prins tijdens het promotiefeest alvast de blik op het volgende voetbalseizoen. De voorzitter van DVS’33, Bé Wolfs onderstreept deze woorden van harte. In de serie zomerinterviews komt de preses van de grootste voetbalvereniging uit Ermelo, het dit seizoen naar de eerste klasse gepromoveerde DVS’33, uitgebreid aan het woord.

Hoe wordt iemand voorzitter van de grootste voetbalvereniging van Ermelo?
“Ik kan alleen maar kijken naar mezelf, want hoe mijn voorgangers voorzitter zijn geworden, weet ik niet. Ik voetbalde zelf bij DVS van 1964 tot 1975, dus toen mijn zoontje zes jaar werd, is hij uiteraard ook lid geworden van die club. Dat was begin jaren tachtig. Ik ging regelmatig kijken en van het één kwam het ander, eerst jeugdleider, toen in een commissie en uiteindelijk vroeg men, of ik bestuurlijk iets wilde doen. Zes jaar geleden werd mij gevraagd, of ik voorzitter wilde worden van DVS. Dat overviel me wel en ik heb er dan ook vrij lang over nagedacht en gesprekken gevoerd in de sfeer van: Komen onze ideeën overeen. Dat klikte allemaal redelijk en ik werd voorgedragen als voorzitter.’’

Had u verwacht, dat DVS na één seizoen alweer terug zou keren naar de eerste klasse?
“Toen vorig seizoen de degradatie onafwendbaar was, zijn we al plannen gaan maken voor het nieuwe seizoen. Ten eerste wilden we alle spelers behouden en dat lukte. Ten tweede wilden we het begin van het nieuwe seizoen, onder leiding van de nieuwe hoofdtrainer Fred Prins, goed oppakken. We zijn begonnen met een weekend Papendal, daar werd eigenlijk al de basis gelegd voor een succesvol seizoen. We zouden tevreden zijn geweest met een plaats bij de eerste vijf. Er waren echter enkele meevallers. De ploeg werd snel een eenheid, wat zeker te danken is aan Fred Prins. Het jonge team liet nog weleens onnodig punten liggen, maar groeide toch. Ook de concurrenten verloren punten, waardoor we in de race bleven. Het kampioenschap moest aan SDVB gelaten worden, maar er werd door ons terecht een periodetitel gewonnen. In de wedstrijden van de nacompetitie en de beide duels tegen ESC kwam er steeds meer geloof in eigen kunnen en in de terugkeer naar de eerste klasse, die daarom zeker verdiend is.’’

Bent u bang, dat DVS nog niet klaar is voor de eerste klasse?
“Als je alles kunt doseren, dan had nog een jaar tweede klasse misschien geen kwaad gekund, maar zo werkt dat niet. We hebben de eerste klasse bereikt met een jonge ploeg, die zich nog steeds in een groeiperiode bevindt. Ik ben er van overtuigd dat iedereen beseft dat de eerste klasse geen tweede klasse is en dat daar op een andere manier wordt gevoetbald. Dat pakt deze spelersgroep best op. Daarmee wil ik niet zeggen dat we volgend jaar meteen weer bovenaan staan. Ons uitgangspunt moet nu zijn om in de eerste klasse te blijven met een plaats in de middenmoot. Op termijn moeten we doorgroeien met de huidige ploeg, maar ook bouwen aan de jeugd met het oog op de toekomst.’’

Heeft DVS nu een betere basis om in de eerste klasse te blijven dan twee jaar geleden?
“Het verschil met twee jaar geleden is dat we toen in de eerste klasse kwamen met een wat oudere ploeg; enkele spelers haakten het jaar daarop af. Nu zijn we er gekomen met een vrij jonge ploeg, die de pretentie en de intentie heeft er iets van te maken. Het is ontzettend belangrijk dat we een trainer hebben die met deze groep kan omgaan. De groep moet zich onder zijn leiding het aankomende seizoen verder ontwikkelen.’’

Hoe belangrijk is de rol van Fred Prins na twee jaar Evert de Graaf?
“Evert de Graaf kwam hier toen wij eerste klasse gingen spelen en had veel ervaring als trainer van eersteklassers. Of hij een goede trainer was die paste in de sfeer van DVS, wil ik verder niet ingaan. Na de aankondiging van zijn vertrek zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe trainer; dat is Fred Prins geworden. Hij is een man die de cultuur van DVS aanvoelt en er mee weet om te gaan. Hij kan heel goed overweg met de spelers, is enorm enthousiast en weet de zaken op waarde te schatten. Dat is de basis geweest voor de promotie en om in de komende jaren zo verder te gaan.’’

Hoe gaat u om met kritiek op het bestuur vanuit de vereniging?
“Ik ga er vanuit dat de mensen die binnen DVS rondlopen positief denken in de richting van de club. Natuurlijk is het weleens moeilijk om te bekijken, of iemand handelt in het belang van de vereniging. Als dat niet zo is, moet er op een persoonlijke manier gepraat worden met deze mensen. DVS is een grote vereniging met een bestuur en heel veel mensen er omheen. Dat geeft zo af en toe aanleiding tot botsingen en conflicten. In het verleden kwam dat vaak naar buiten. De bestuurskracht van dit moment is dat problemen worden ‘uitgevochten’ op de plaats waar het hoort: In het JOP (Jeugd Overleg Platform), het SOP (Senioren Overleg Platform) of in een bestuursvergadering.’’

Wat vindt u ervan, als mensen van buiten de vereniging middelen beschikbaar stellen om bepaalde spelers aan te trekken c.q. te behouden?
“Dat heeft wel eens plaats gevonden. De negatieve kant is dat de spelers niet ongelijk behandeld willen worden. Op termijn zul je het winnen met voetballers die uiteraard de capaciteiten hebben, maar ook bezig zijn met de eigen vereniging. Je moet spelers hebben, juist in de selectieteams, die vanuit de jeugd doorgroeien naar de hogere senioren-elftallen en daardoor een ‘geel-zwart’ hart hebben en daarom ook bij de club blijven. Ik ben ontzettend blij, dat het eerste elftal voor een groot deel uit echte DVS’ers bestaat.’’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen