Vondst Stichting Behoud Oorlogsherinneringen Ermelo naar museum in Noorwegen

De overhandiging vond maandag 19 februari plaats bij landgoed Oldenaller. Lars Ness en Cato Guhnfeldt nemen het wrakstuk mee naar Noorwegen. Daar krijgt het een eervolle plaats in het Norway's Defence museum in Oslo, waar het verhaal wordt verteld van twaalf Noorse vliegers die omkwamen in Nederland in de laatste acht maanden van de Tweede Wereldoorlog.

Pieter Trap had het wrakstuk in 2004 gevonden bij het uitbaggeren van een slootje bij landgoed Oldenaller als onderdeel van zijn stage bij Natuurmonumenten. Geïnteresseerd in de herkomst kruiste hij het pad van Cato Guhnfeldt, een schrijver uit Noorwegen die een aantal boeken had geschreven over Noorse vliegers in Engelse dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het boek From Dutch to Dutch van Jaap Vermeer uit Nijkerk uit Nijkerk, die verhaalt over vliegtuigcrashes op de Veluwe, bevestigde het vermoeden van Trap dat het ging om een wrakstuk van de Spitfire van het Noorse 332 Squadron. Bij de crash kwam piloot Oluf Ragnar Wagtskjold (24) om het leven.

Volgens Trap is Oluf Ragnar Wagtskjold na de crash eerst begraven op de Algemene Begraafplaats in Putten. Op 17 april 1947 is hij herbegraven in Noorwegen. De bron www.wingstovictory.nl, verhaalt volgens Trap dat op 28 februari 1945 rond 08.30 uur de Noorse vlieger en 2e luitenant Oluf Ragnar Wagtskjold met zijn Spitfire van het Noorse 332 Squadron een aanval uitvoerde op een Duits luchtafweergeschut dat in de buurt van de spoorwegovergang aan de Nijkerkerstraat stond. "Helaas raakte het vliegtuig bij deze aanval de boomtoppen in de buurt van landgoed De Oldenaller en stortte daardoor vroegtijdig neer."

Hoewel het om voor de Stichting Behoud Oorlogsherinneringen bijzondere vondst gaat, overhandigde Trap het graag aan de vertegenwoordigers van het museum in Oslo. "Voor de nabestaanden is het in feite het enige tastbare stuk van de crash dat herinnert aan Oluf Ragnar Wagtskjold."